06 823 187 80

jeanet.hamstra@uitgeverijzilt.nl

Interview met Helma Huysmans

9 mei 2022 | Nieuws

‘Ik ben de dingen meer vanuit rust gaan doen’ – interview met Helma Huysmans, een van de twee auteurs van het boek Kanker en werk. Van overleven naar leven, hoe doe je dat?

Kun je ons meenemen naar het moment dat je de diagnose kreeg?
Hoewel ik zelf steeds al het voorgevoel had dat er iets niet goed was, dat het kanker was, was het toch flink schrikken. Ik vond het vooral heel erg dat ik het aan mijn ouders moest gaan vertellen, dat ik hun verdriet moest doen. Dat had bijna de overhand boven mijn ziekzijn. Ik was meer op mijn omgeving gericht dan op mezelf. Na de eerste schrik had ik wel meteen het gevoel dat het goed zou komen. Ik wist dat ik een zware tijd in zou gaan, maar ik dacht niet in eerste instantie dat ik dood zou gaan.

Hoe snel na de diagnose dacht jij ‘hoe moet het dan met mijn werk’?
Ik werd, een maand na de diagnose, getriggerd door de bedrijfsarts, die zei: ‘Nu is niet het proces in je werk belangrijk, maar nu is jouw eigen proces belangrijk’. Daar hoorde werk wel meteen bij voor mij. Ik was me ervan bewust dat ik niet in mijn eigen functie zou kunnen blijven werken tijdens de behandelingen. Met alle stress en verantwoordelijkheid zou dat teveel zijn geweest. Ik was opgelucht dat er vervanging geregeld werd en dat ik de tijd kreeg om het proces op mijn eigen manier te doorlopen. En ook dat ik daarbij van betekenis kon zijn door aan het werk te blijven.

Jij had een sterke wens om aan het werk te blijven tijdens je ziekte en behandelingen. Hoe komt dat?
Dat heeft in eerste instantie te maken met mijn verantwoordelijkheidsgevoel en mijn arbeidsethos. In mijn opvoeding waren werk en verantwoordelijkheid belangrijk; je werkt gewoon. Werk bleef er ook tijdens mijn ziekte bij horen. Ik wilde mij graag nuttig blijven voelen. Ik wilde mijn gedachten kunnen verzetten, en mijn werk kon mij afleiding geven van mijn ziekte. In het begin voelde ik mij natuurlijk ook niet ziek. Het enige dat was veranderd was dat ik wist dat er een tumor in mijn borst zat. Dat deed uiteraard mentaal iets met mij. Maar vanuit lichamelijk oogpunt kon ik gewoon blijven werken.

Was jouw werkomgeving ingesteld op jouw wens dat je tijdens je ziekteproces wilde blijven werken?
Op het moment dat ik ziek werd, had mijn werkgever BrabantZorg geen specifieke aanpak als het gaat om werk en kanker; daar was geen beleid op. Of je nu kanker had of een andere ziekte, het verzuim werd hetzelfde benaderd en je was afhankelijk van de manager hoe ermee omgegaan werd.

Ik lees in het boek dat jij best vaak het voortouw hebt genomen.
Ik ben op zoek gegaan. Het was al vóór het begin van de coaching door Stap Nu, dat mijn nichtje, die zelf ook borstkanker had, mij mailde: ‘Blijf gewoon je leven leven’. Dat was wat voorop stond. En daar hoorde werk gewoon bij. Ik wilde niet alleen als kankerpatiënt aangesproken worden, maar ook mijn gezonde kant inzetten. Daar had ik behoefte aan. Ik ben niet alleen kankerpatiënt, ik ben ook andere dingen. Ik ben ook gewoon blijven padellen of tennissen, en ging naar pilates of naar yoga voor zover m’n lijf dat toeliet.

In mijn dossier van het ziekenhuis las ik over ‘werk en kanker’. Daar ben ik dingen over op gaan zoeken. Terwijl mijn oncoloog nog steeds zei: ‘Jij gaat niet werken, want dan loop ik achter de feiten aan met mijn behandelingen’. Ze had ook kunnen zeggen: ‘Ik wil heel graag met jou in gesprek over de vraag of jij wel of niet wilt blijven werken en welke risico’s je dan eventueel neemt’. Ze wist niet eens wat voor werk ik deed. In die zin werd vanuit de behandelkamer niet actief het gesprek gevoerd over werk. De verpleegkundige zei: ‘Ga niet koffiedrinken [op je werk], want als je koffie gaat drinken, wordt er toch een stuk meer verwacht’. Ik heb daar niet op doorgevraagd destijds, maar ik heb wel gedacht: Ik ga mijn eigen koers varen, ook qua werk.

Ik ben heel actief gaan zoeken: wat is er dan allemaal als het gaat om werk en kanker? Dan kom je re-integratiebureaus tegen, die soms pas in het tweede ziektejaar in actie komen. Maar ik wilde er juist vroeg bij zijn. Ik kwam daar mede op door de situatie rondom een collega-teammanager die kanker had. Zij was een heel jaar afwezig geweest door alle behandelingen, en toen ze terug naar werk wilde, lukte dat niet. Dat wilde ik niet. Bij haar moest er toen nog veel begeleiding aan te pas komen om weer terug te keren naar werk. En toen dacht ik: Waarom zou ik het zover laten komen? Waarom probeer ik niet om nu in balans te blijven? Ik was al intrinsiek gemotiveerd, maar toen ik het verhaal van die collega hoorde, nog extra. Stap Nu kwam toen in beeld als het gaat om vroege interventies. Via Stap Nu maakte ik kennis met Tegenkracht. Bewegen en sporten heeft me geholpen tijdens mijn herstelproces. [NB: Stichting Tegenkracht biedt kankerpatiënten sportbegeleiding op maat, al vanaf de diagnose]. En ik ben ook met voeding en andere dingen aan de slag gegaan.

Is door jouw proces iets veranderd bij de organisatie waar je werkt?
Ja. Stap Nu is in de providerboog gekomen van BrabantZorg, waar alle interventionisten in zitten. Daar zitten bijvoorbeeld ook een bedrijfspsycholoog en bedrijfsmaatschappelijk werk in. Ik heb vanochtend een verzuimgesprek gehad met een medewerker die borstkanker heeft. Haar kan ik nu vanuit BrabantZorg ook begeleiding aanbieden door Stap Nu. Ja, er is beleid gekomen op kanker en werk. Er zijn begeleidingsadviezen voor teammanagers. Er is de workshop ‘Kanker op de werkvloer’ gekomen die in het boek staat. Voorheen was die kennis er niet binnen de organisatie.

Hoe heeft jouw werk je geholpen in dit hele proces? Hoe kijk je erop terug?
Toen ik net de diagnose had gekregen, dacht ik: Het is augustus, we gaan straks de winter in. Daar zit ik dan de hele winter met m’n chemokuren. Hoe kom ik die winter door? En toen dacht ik: Waarom zou ik niet gewoon kunnen blijven werken? Mijn werkgever heeft mij daar de ruimte voor gegeven. Ik kon aangeven wat ik graag wilde doen en waar ik de goede energie van kreeg. Ik had geen deadlines en ik had de vrijheid om te zeggen: ‘Nu even niet, nu moet iemand anders het overnemen’. Door Stap Nu in te zetten heeft BrabantZorg gevolg gegeven aan mijn verzoek om aan het werk te kunnen blijven. Dat kostte natuurlijk geld, dat was niet vanzelfsprekend. Maar het heeft BrabantZorg ook iets opgeleverd: mede door de inzet van Stap Nu was ik binnen het jaar terug. Daarnaast gaat het niet alleen om de financiën, maar ook om goed werkgeverschap. Je gehoord voelen als medewerker.

Het traject met Stap Nu gaat ook over hoe je als persoon in elkaar zit. Hoe ben jij veranderd?
Ik ben opgevoed met de gedachte: Er ligt werk, dat moet af, dat moet klaar. Na mijn ziekte kan ik op mijn werk de dingen meer vanuit rust doen. Het hoeft van mij niet meer allemaal snel. Ik ben me minder op mijn omgeving gaan richten en meer op mezelf. Wat wil ik, wat vind ik belangrijk? In mijn werk, maar ook privé. Ik ga niet meer mee in de paniek als iets ineens heel snel moet gebeuren. Ik ga ook niet meer mee in 40 uur per week werken.  Als iedereen in de stress schiet, word ik er niet meer warm of koud van. Dat klinkt onverschillig, maar dat is het niet. Ik doe mijn ding en ik voel me verantwoordelijk en het komt goed, maar ik ga niet meer de hectiek of de onrust opzoeken.

De wereld heeft een jaar zonder mij doorgedraaid. En die bewustwording maakt dat ik anders in het leven sta. Eerst kon er niets verder zonder dat ik me ermee bemoeid had, zonder dat ik er iets van gevonden had. Ik zie veel mensen hollen en rennen, 80 uur in de week werken en ’s avonds laat nog mailtjes sturen. Vroeger liet ik me dan opjagen, omdat iedereen dat deed. Maar nu denk ik: stop. Morgen weer een dag. Een vriendin vroeg mij laatst: ‘Wil je mij leren hoe je dat doet?’

Ik doe mijn verzuimbegeleiding richting medewerkers anders dan voorheen, ik ben een andere manager geworden. Ook dat doe ik vanuit m’n rust. Het gaat ook niet alleen meer om werk. In het leven zijn ook andere dingen belangrijk. Ik voer nu meer het gesprek over iemands balans, vitaliteit en duurzame inzetbaarheid. Past het werk bij diegene? Kortom: ook het verzuim voorkómen. Werk doen waar je daadwerkelijk blij van wordt.

Dit doe ik zowel tijdens re-integratie bij verzuim, maar vooral ook met alle medewerkers om verzuim te voorkomen.

Waarom is het belangrijk dat dit boek er moest komen?
Toen ik ooit aan het mijmeren was wat ik zou doen als mij iets ernstigs zou overkomen, bedacht ik dat ik dan een boek zou gaan schrijven. Toen overkwam mij iets ernstigs en ben ik op verzoek van Edith blogs gaan schrijven. Waarom wilde ik mijn persoonlijke verhaal delen door middel van een boek?  Omdat ik ervan overtuigd ben dat werken bijdraagt aan herstel en ik het belangrijk vind dat werkgever en werknemer met elkaar in gesprek blijven tijdens het ziekte- en herstelproces. Daarnaast hoop ik medewerkers door middel van dit boek mee te geven dat het belangrijk is je eigen regie te blijven behouden en te denken in mogelijkheden en niet in onmogelijkheden. Ieder mens is uniek in zijn of haar ziekteproces. Met het opschrijven hoe mijn ziekteproces verlopen is hoop ik hiermee een bijdrage te leveren.